Op de begane grond vormt een open ruimte de kern van het huis.
De Japandi-keuken loopt naadloos over in de eetruimte. Het blad en de drager van het eiland zijn uitgevoerd in Taj Mahal-marmer, terwijl de onderkast is bekleed met Zimbabwe Black-steen en walnoot.
De wanden zijn voorzien van suède halfronde panelen van Alpherberg, die warmte en textuur toevoegen.
De op maat gemaakte eettafel van Verde Guatemala-marmer rust op een gebogen houten poot met messing accenten.
De open haard en de boekenkast zijn als één geheel ontworpen; de verticale lijnen lopen door in het plafond en creëren een intieme, rustgevende sfeer.
Ook hier komt het Zimbabwe Black-steen terug, wat de materialiteit van het interieur versterkt.
Door in de hele woning dezelfde materialen, kleuren en texturen te gebruiken, ontstaat een samenhangend en rustgevend interieur, waarin Japanse, Scandinavische en Italiaanse invloeden elkaar in evenwicht houden.
Een tactiel, verfijnd en verrassend interieur, precies wat mijn architectonische handschrift kenmerkt.